Op reis met jezelf en met de wereld… (Vasten 2)

Dominicus Gent

Viering van zondag 8 maart 2020

Op reis met jezelf en met de wereld…

(tweede vastenviering)

 

‘Spoorloos zijn we zonder U
Wees ons genadig, wees ons nabij.
Geef ons een geest, vast en moedig,
Laat ons weer wonen in de weelde van uw zegen.’

Wat een ontroerende bede.
Bij het uitspreken zie ik de beelden van de tienduizenden vluchtelingen die Europa binnen willen.

‘Laat ons wonen in de weelde van uw zegen.’
Adembenemende woorden.

‘Om ons samenleven, onbarmhartig en genadeloos;
schep ons een hart, doorzichtig en zuiver,
geef ons een geest vast en moedig.
Laat ons niet gaan uit uw ogen.’

Vandaag, tweede grote etappe van onze innerlijke pelgrimstocht tijdens de vasten.

Ook al zijn we vertrokken met weinig bagage en gaan we alleen op stap,
jezelf heb je wel altijd mee.
En dat is niet altijd de gemakkelijkste reisgezel.
Misschien kan het juiste stap-ritme helpen?
Voor bijna elk van ons betekent dit: vertragen en op tijd stilstaan.
We hollen immers door de dagen, we weten het
en toch zijn we zo weinig in staat dat te veranderen.
Vertragen, eventueel stilvallen, zoals nu.
Dit deelmoment van stilvallen, op adem komen, zoeken, zingen, bezinnen, vieren.

Met een oud verhaal, vandaag een reisverhaal uit het eerste boek Koningen

 

1 Kon 19, 1-8

Toen Achab aan Izebel meedeelde wat Elia allemaal gedaan had en hoe hij alle profeten met het zwaard had gedood, zond Izebel een bode naar Elia met de boodschap: `De goden mogen mij dit doen en nog erger als ik u niet binnen vierentwintig uur het lot van de profeten heb doen delen.’ Toen hij dat vernomen had, trachtte hij zijn leven in veiligheid te stellen en vertrok naar Berseba, dat tot Juda behoort. Daar aangekomen liet hij zijn dienaar achter. Na een tocht van een dag in de woestijn kwam hij bij een bremstruik. Hij zette zich eronder neer. Hij verlangde te sterven en zei: `Het wordt mij te veel, Jahwe; laat mij sterven want ik ben niet beter dan mijn vaderen.’ Daarop ging hij onder de bremstruik liggen en sliep in. Maar opeens stiet een engel hem aan en zei tot hem: `Sta op en eet.’ Hij keek op en daar zag hij aan zijn hoofdeinde een koek, op gloeiende stenen gebakken, en een kruik water. Hij at en dronk en legde zich weer te ruste. Maar opnieuw, voor de tweede maal, stiet de engel van Jahwe hem aan en zei: `Sta op en eet; anders gaat de reis uw krachten te boven.’ Toen stond hij op, at en dronk, en gesterkt door dat voedsel liep hij veertig dagen en nachten, tot hij de berg van God, de Horeb, bereikte.

 

We vertrokken deze morgen, thuis, rond 10 uur. Met de auto. De radio op Klara. We hoorden nog net het eerste kwartier van Berg en Dal. En deze morgen was wel heel speciaal. Zo bijzonder dat ik wou blijven luisteren tot het einde. Maar dat kan straks nog via de Klara app. Ik wou het hier met jullie delen. Pat Donnez heeft nu op dit moment Elia te gast in de studio. Straf hé. Ik kan nog letterlijk de eerste zinnen vertellen. Pat Donnez verwelkomde de speciale gast…

“Dag Elia, ik ben blij u te mogen ontvangen in deze uitzending. Ik had reeds schrijvers, filosofen, agnosten en zelfs priesters te gast, maar een profeet, dat is wel heel bijzonder. Welkom Elia, zit u op een berg of zit u in het dal?”

DAL

En dan begint Elia te vertellen. “Ik kom uit het dal, Pat. Een diep dal. Eigenlijk uit een diepe put in dat dal. Hoe ik daar terecht kwam? Wel, ik was verontwaardigd omdat Achab, de Koning van Israël en zijn koningin Izebel kozen voor Baäl. Kiezen voor Baäl staat gelijk aan kiezen voor wellustige macht. En daartegen heb ik mij verzet. Ik was woedend. Razend. Zo heftig dat ik 450 profeten van Baäl heb gedood. Ik versta wel dat Izebel daarvan niet echt gelukkig werd en zich daarom op mij wou wreken. Ik besef het wel, ik heb mij in mijn razernij te pletter gelopen. Ik was echt niet goed bezig. Eigenlijk wou ik dood. Ik had genoeg van al dat bloed. Heel die situatie heeft me volledig uitgeput. En ik ben de woestijn in gevlucht.

PLATEAU

Maar, beste Pat, op dit moment van ons gesprek zit ik op een plateau. Na die uitputtende vlucht kwam ik terecht op een hoogvlakte en ik viel neer onder een bremstruik. Ja, toen wou ik nog steeds dood. Mijn kwaadheid had me neergeslagen, ontwricht. Niets hoefde nog voor mij. Maar toen raakte iemand mij aan. Een engel van een mens. Zij gaf mij te eten en te drinken. Ik kreeg opnieuw de smaak te pakken. En ik moest nog meer eten tot ik helemaal terug op krachten was. Ik voelde mij voldaan. Ik kon mijn leven terug in handen nemen. Ik kon terug op weg. De lange weg. De trage weg. De weg naar God. Op weg naar de Horeb. Ik weet het. Het is ruim 40 dagen stappen. Dag en nacht. Ik zal en moet naar die berg, beste Pat.” En toen werd het even stil.

BERG

Eindelijk kreeg Pat Donnez wat tijd om nog een vraag te stellen: “40 dagen Elia, dat is een heel eind. En je zal misschien de weg kwijt geraken. Beste Elia, wie neem je mee naar de berg? Dat kan je toch niet alleen? Zal ik je vergezellen?”

“Lieve Pat, bedankt” sprak Elia. Hij deed dat op een heel rustig een zelfzekere toon. “Die weg moet ik alleen gaan. Geen supporters. Die zouden mij afleiden van de focus. Wandelaars die te veel praten zien de weg en het landschap niet. Ik moet die berg in het vizier houden. Straks na dit interview vertrek ik. Richting berg Horeb. Ik las voor ik naar hier kwam in de Exodus. Dat is een bijzondere reisgids voor avontuurlijke trekkers en pelgrims. Lees vooral de pagina met 10 belangrijke reistips van een zekere Mozes. De Horeb, dat lijkt mij de ideale plek te zijn om helemaal mezelf te worden. Daar zal mijn leven een nieuwe start krijgen. Ik kijk er naar uit om terug op een berg te zitten.”

Pat Donnez kan er nog net een vraag tussen werpen…: “Wat een verhaal Elia. Je stapte weg uit het dal, je ruste uit op het plateau, onder de bremstruik. Je werd er gevoed en deed er krachten op. En nu stap je naar de berg, helemaal alleen… Maar wat daarna beste Elia? Wat dan?”

“Dan schrijf ik een boek Pat. Dit verhaal wil ik delen met velen. Ik zal lezingen geven en mensen coachen op hun weg. Ik richt een vluchtelingenhuis op waar mensen op krachten kunnen komen. En ik zal ze te eten geven. Overvloedig veel voedsel zodat ze sterk worden en ook op weg kunnen gaan.”

Pat wil het gesprek nu echt wel afronden: “Zullen we naar wat muziek luisteren Elia? Daar zijn we nu wel aan toe. Het is tijd voor een liedje. Alé een lied wat Bernard, mijne regisseur hoort dat niet graag.”

“Dat is een goed idee Pat. En welk lied gaan we zingen?”

Pat Donnez fluistert zachtjes tegen Elia: “Laten we het lied zingen tegen de terreur. Het is een lied dat vertrekt uit de diepste put in het dal, maar elke strofe eindigt op hoop van een nieuwe stad en de weg die leidt naar Gods gerechtigheid. Dat is de weg die jij nu gaat Elia. Neem die groene kaft daar, op bladzijde 14. Zingt ge mee Elia?” “Oh nee” zegt Elia. “Ik zal wel stille luisteren.”

 

Over verontwaardiging en dromen…

Wat een heftig lied, een lied van verontwaardiging en dromen.

Er is veel om kwaad over te zijn, de nieuwe stad Jeruzalem lijkt veraf, meer nog, verdwijnt uit beeld.

Wie zich niet afsluit voor wat in de wereld rondom gebeurt, de terreur, het onrecht, krijgt vroeg of laat te maken met de moedeloosheid waaraan Elia ten prooi valt. Het geweld, de verschrikkelijke tegenstellingen, de wreedheid, het is allemaal zo absurd, zo zinloos…

Het leeglopen van Elia, de totale uitputting, de diepe ontgoocheling in anderen maar misschien nog het meest in zichzelf- ik heb het verschil niet kunnen maken- ik ben niet beter dan mijn vaderen, het is zo herkenbaar.

Hoe doen we dat, de overvloed van beelden van ellende en wanhoop blijven zien, de verhalen van onrecht ten einde toe blijven beluisteren, je dag na dag inzetten om noden te lenigen en de geweldige tegenstroom voelen, … hoe hou je dat vol zonder op te branden, bitter of cynisch te worden?

De lezing van vandaag geeft ons enkele adviezen: stilvallen, tot twee maal toe wakker geschopt worden, voedsel aangereikt krijgen, iemand toont je: ik laat jou niet los, en de weg naar de Horeb gaan. De moeilijke reis naar binnen, de innerlijke pelgrimsweg waarop je steeds meer moet achter laten. Om te beginnen de massa’s dagelijkse prikkels die je aandacht eisen. Grond zoeken waarop je mag liggen, zitten en stappen, een bedding vinden die je draagt, water waarin de vermoeidheid mag wegzinken, verkwikkende energie opdoen, stilte zoeken die de duizenden stemmen in je hoofd langzaam laten wegebben, opstaan en doorgaan….

Een tweede manier en even belangrijk, is het delen van verhalen van verandering en hoop. De droom van het nieuwe Jeruzalem warm houden. Vorige week vertelde Marc over Enchantez. Ik heb enkele stadsplannen in de deelkast gelegd waarop de handelaars die meewerken vermeld worden. En ook wat er precies aangeboden wordt. Want dat is heel divers. Geen superhelden, gewone handelaars voor wie er nog iets anders is dan enkel winst boeken. Ook de krant van Thope ligt er. Fantastisch wat er allemaal gerealiseerd werd met heel veel mensen van deze gemeenschap die daarin heel actief meedraaien. En een overzicht in cijfers van de activiteiten van De Zuidpoort waar eveneens zoveel vrijwilligers van hieruit meewerken. Het is goed daarvan op de hoogte te zijn en het doet ronduit heel veel deugd om dat te kunnen doen. Want de persoonlijke ontmoetingen geven zoveel terug. In weerwil van de soms triestige situaties zijn die contacten hartverwarmend. In september hadden we hier een ontmoeting met John Malith Mabor, een jonge Zuid-Soedanees die na de burgeroorlog samen met PAX, de Nederlandse Pax Christi, zich inzet om het land van onderuit weer op te bouwen. Het is een cadeau zo’n mens te mogen ontmoeten. Net zoals Marguerite Barankitse van Maison Shalom uit Burundi en Raul Suarez van het Martin Luther Kingcentrum in Havana. Telkens weer enthousiasmerende deugddoende ontmoetingen met mensen die het profetische en het mystieke in hun leven samenbrengen. De vastenkalender van Broederlijk Delen getuigt over tal van mensen die in bijzonder moeilijke omstandigheden, mits een beetje hulp, de hand aan de ploeg slaan, en er voluit voor gaan om samen aan een betere toekomst te werken. Via tal van Ngo’s, Pax Christi, Broederlijk Delen, Oxfam, 11 11, om maar de meest bekende te noemen, komen we in contact met mensen en verhalen die de gewone media niet halen en die zo hoopgevend zijn.

En tenslotte kunnen we samen actie ondernemen. Wellicht is het niet iedereen gegeven om op de barricades te gaan staan om verzet aan te tekenen tegen allerlei maatregelen die nog maar eens de meest kwetsbaren treffen.

Maar er is iets wat iedereen kan doen en waartoe ik ook iedereen wil oproepen en dat is de strijd tegen de dooddoeners. Uitspraken, opvattingen die zeer verspreid zijn en een grote invloed hebben. Ik noem en schets er een paar. Er zijn er veel meer.

Nummer 1 van de dooddoeners: ‘Er is geen alternatief’

Kijk eens hoeveel welvaart er onze samenleving is. Het kapitalisme heeft misschien wel wat schaduwzijden maar in vergelijking met zoveel andere landen en maatschappijen, is het hier toch wel heel goed. Ge moet gek zijn om dat niet te zien. Aan die superrijken, die 1 procent die de helft van alle rijkdom in handen hebben, daar geraak je toch niet bij ….

Dit is een soort geloof, een bijgeloof, waarmee je kiest om de kostprijs van onze leefwijze niet te zien. Niet te zien hoe die gebaseerd is op uitbuiting van mensen en natuur. Het is kiezen om de toenemende armoede en ongelijkheid in ons eigen welvarend land, niet te zien. Het is geloven dat de economie, kapitaalvlucht, belastingparadijzen zoiets als natuurwetten zijn, onveranderlijk. Het is niet zien dat armoede en rijkdom geen spelingen van het lot zijn maar goed georganiseerde, onbestrafte misdaad.

Niet alleen zijn er tal van mensen die solidariteit voorrang geven op eigen gewin, andere economische prioriteiten is niet alleen nodig maar ook mogelijk. En misdaad kan gestraft worden.

Nummer 2 van de dooddoeners: ‘L’histoire se répète’

Oorlog, vluchtelingen, het is van alle tijden en het zal altijd bestaan. Het zit nu eenmaal in de mens. Homo homini lupus. Mensen zijn voorbestemd om zichzelf altijd weer dezelfde miserie op de nek te halen, om mekaar de duivel aan te doen. Het is de aard van onze soort.

De geschiedenis is dan een fatum, een noodlot.

Ik ben niet beter dan mijn vaderen….

Als er iets is wat helemaal ingaat tegen het bijbelse en christelijke geloof dan is het wel dit doemdenken. De Schrift staat vol van verhalen van uitzichtloze situaties die gekeerd worden. De meest onwaarschijnlijke verhalen van hoogbejaarde kinderloze vrouwen die zwanger worden en baren, van mensen die opstaan uit de dood. De schandelijke kruisdood is niet het einde maar het begin van een beweging die de wereld verandert in de richting van steeds meer menswaardig samenleven.

Nummer 3, logisch gevolg van de vorige: ‘Je kan er niets aan doen, je bent machteloos’

Het heeft geen zin je over alles op te winden, je kan er immers niets aan doen, wij hebben de macht niet om iets te veranderen. Probeer te genieten zolang je kan en zoveel je kan. Après nous le déluge.

Toch zien we in de meest uitzichtloze situaties, mensen volkomen belangeloos, anderen bijstaan. In Calais, op Lesbos, in de ziekenhuizen en op zovele andere plaatsen in deze stad.

We moeten strijden tegen die dooddoeners want het zijn giftige ideeën.

Eén ding hebben ze gemeen: ze vertellen je dat het wijs is, je bij de feiten neer te leggen. Je te schikken naar de manier waarop de samenleving geordend wordt. Ze leren je dat verzet aantekenen vruchteloos is.

Laat ons tegen die dooddoeners actie voeren, op de plek waar we leven, op de plaatsen waar we komen. Laat ons dat doen vanuit een wakker menszijn,  doorgloeid door leven dat zijn warmte wil delen met elke mens, wie zij ook is, van waar hij ook komt.

 

*

Ik trek me op aan de gerustheid

dat mijn werk wordt voortgezet.

David won van Goliat,

niet als individu maar als collectief.

Er is Geneeskunde voor het Volk.

Er is mijn partij.

Met buitengewone mensen die gewoon zijn,

en met gewone mensen die buitengewoon zijn,

met haar duizenden ogen en oren,

met lichtwerkers en schaduwwerkers,

om al dat engagement samen verder uit te bouwen.

Ik zie de wereld kantelen.

Ik geloof dat het goed komt.

(Uit: Zo verliep de tijd die me toegemeten was, van Dirk Van Duppen)

 

 

(foto Ingrid Avet)