Ontvankelijkheid

Dominicus Gent
Viering van zondag 5 juli 2015

ONTVANKELIJKHEID

Goedemorgen en welkom op onze eerste viering van de vakantie. Bij de voorbereiding van deze viering bleven we hangen aan wat vakantie betekent, wat vakantie kan zijn… Daarover meer straks.

Tijdens de vakantie kan er een nieuwe wind waaien over wat ons bezighoudt, over onze inzichten, onze ervaringen, ons zoeken. Het venster gaat open en we krijgen nieuwe vergezichten te zien.

Zoals Pablo Neruda ooit schreef:

We delen uit
en dan komt de dag
dat we lucht en water
aarde en mens
bevrijden,
dan zal het zijn: alles voor allen
zoals jij bent.
Daarom, voorzichtig nu,
kom mee,
we moeten nog zoveel
dansen en zingen,
kom mee
naar de bergen hoog
naar de volle zee,
kom mee
naar waar de nieuwe lente
te bloeien staat
en in een vlaag
van wind en lied
delen we de bloemen uit,
de geur van vruchten,
de lucht
van morgen.

In deze sfeer willen we de Paaskaars aansteken; als teken dat we hier samenzijn rond Jezus van Nazareth die ons leerde op een nieuwe manier te kijken en te leven in verbondenheid met de Ene. En we kunnen alvast zingen dat onze deur openstaat naar openheid en onze ogen speuren naar licht en dageraad…

 

Over verwondering, leren kijken, ontvankelijk zijn 

Dit is de eerste viering van wat we de Grote Vakantie noemen. Met hoofdletters. Ik weet wel dat veel mensen moeten blijven werken, of thuis zitten door ziekte, of zelfs geen thuis hebben. Maar toch: het is de Grote Vakantie. En dan heb je een ander tijdsbesef. En kijk je op een andere manier…

Vakantie wil zeggen: lege tijd, leeggemaakte tijd, tijd die niet in een rechte lijn voortholt van de ene afspraak naar de andere, maar tijd die kan stilstaan, omdat ze mag stilstaan. Veel mensen gebruiken die tijd om uit te rusten. En waarom zouden ze niet, ons lichaam heeft op tijd zijn rust nodig, en niets doen is grote kunst, daar oefenen de boeddhistische monniken heel hun leven op.

Maar met lege tijd bedoel ik toch vooral tijd zoals toen we kinderen waren en alle tijd hadden: dat wil zeggen toen we nog onze ogen uitkeken, toen we nog verwonderd waren om de meest evidente dingen, toen we nog zoveel vragen stelden. Waarom groeien de bloemen naar omhoog, vroeg een van Ingrids kleinkinderen. Da’s wel een hele knappe vraag, vind ik, daar zit de hele biologie en fysica en scheikunde in. Ooit heb ik als kleine jongen gezien hoe diepblauw het avondlicht kan zijn, en hoe nieuw en fris het morgenlicht. En dat veranderende licht van de dag blijft mij fascineren. Het is toen ik klein was dat ik zag hoe de wolken bergketens kunnen zijn, daar heb ik zo vaak naar gekeken, op mijn rug in het gras, zoals kleine jongens dat doen. Nu ga ik veel minder op de grond liggen, maar ik til toch elke dag even mijn hoofd op en dan verbaas ik me weer over hoe traag die wolken kunnen zijn. En dan kijk ik opnieuw naar beneden, en ik zie een kei, en ik denk: maar die steen is nog veel en veel trager. Ooit is die gevormd uit vuur en nu ligt hij prachtig afgesleten daar bij mijn voeten. En misschien doet u dat ook: op reis een mooie kei vinden en hem meenemen en in je hand blijven houden, tot hij warm wordt in je hand, stel je voor, een ding dat nog het ontstaan van de wereld heeft meegemaakt en nu zo zacht en warm is als je hand.

Vakantietijd is stilstaan en alle tijd van de wereld hebben om putjes te graven, om iets van de diepte te zien die in alles ligt. En hopen dat die diepte iets van zichzelf toont. Nee, echt hopen is het niet, het is ontvankelijkheid: laat het maar gebeuren als het gebeurt. Dat ik de tijd en alles vergeet, en in mijn ontvankelijkheid plots geraakt wordt door iets van die grote wereld rondom mij.

Alles wat bestaat draagt zoveel mee dat groter is, ik zou bijna zeggen: alles is zo vol van transcendentie, verwijst naar zoveel dat onvatbaar diep en toch zo herkenbaar dichtbij is. Dat geldt voor stenen en wolken en licht, maar dat geldt ook voor mensen en dieren. Is niet elke mens die we mogen ontmoeten een groot verhaal, een boek waar we nog niet onmiddellijk in uitgelezen zijn?

 

Laten we daarom niet alleen in de vakantie, maar elke dag een moment zoeken om onszelf leeg en ontvankelijk te maken, om op een andere manier geraakt te kunnen worden. Ik las in de gazet over de baas van een groot bedrijf, die elke dag een uur reserveert in zijn planning om te kunnen improviseren, of om zich te laten verrassen: door een ontmoeting, door nietsdoen, door misschien het licht buiten…

Daarom: laten we zelf regelmatig een beetje vakantie worden, en proberen leeg te blijven en ons blijvend te verbazen over de dagen die vanzelf vollopen met mensen en gebeurtenissen, over de kinderen die groeien, over de schoonheid van ook het meest gewone. Ons verbazen over het vertrouwen van mensen, over de creativiteit van mensen die hen dingen doet maken, en oplossingen doet vinden. Ons verbazen over de goedheid die in hen leeft. Ons verbazen over die nog veel grotere Goedheid waarover de oude boeken spreken, waarnaar mensen zich blijven richten als Bron.

Die verwondering is belangrijk. Want er is in de wereld niet alleen schoonheid, maar ook zoveel dat pijn doet. En een mens, zeker als hij al een tijdje meedraait in het leven, kan er moedeloos van worden, soms zelfs zwaarmoedig. Ik weet het, het is onmacht, het is dat we al zoveel van die pijn gezien hebben, en dat ze maar blijft komen. Maar net daarom is het belangrijk dat we in onszelf genoeg lichtheid kunnen bewaren: vreugde om de kleine dingen van de dag, een glimlach krijgen en geven, genieten en dat genieten afstralen op anderen, of met hen delen. Enfin, u weet wat ik bedoel: levenskunst bewaren en onderhouden en daar heel bewust dankbaar voor zijn.

En ook zo’n viering als deze maakt mij op een rare manier licht. Daarin verschilt dit ritueel niet van andere rituelen: ze zijn soms de eenvoud zelve, maar probeer maar eens uit te leggen wat ze met je doen, hoe diep hun aan- of afwezigheid bij je binnenkomt. Is er iets eenvoudiger dan een goeiedag krijgen, maar als die genegeerd wordt, is het een kleine stomp in je maag. De droom van een gerechtigde wereld is zo veel en veel te groot voor ons, kleine mensen, dat we misschien beter zouden zwijgen dan die grote woorden te gebruiken, wetende elke dag opnieuw hoe traag de wereld veranderen wil. Maar nee, blijkbaar is zingen een taal die zelf ook zo groot is, en wijd, dat we zonder schaamte kunnen blijven zingen over de Vrede die aan ieder mensenkind is beloofd…

Laten we ons leeg en ontvankelijk maken door niet alleen over moeilijke dingen te denken, of te piekeren, maar stil te staan bij de eenvoud. Die laat zich trouwens ook niet begrijpen, maar laat zich wel eenvoudig doen. Misschien is eenvoud zelfs het moeilijkste van allemaal: wat is het dat een stuk fruit of een glas water zo lekker kan maken, wat is het dat een gesprek ons zo dankbaar kan stemmen, wat is het dat we mogen en kunnen inslapen? Wat is het dat zo’n bijeenkomst als een zondagsviering (of als het zomerzingen vorige week) zo sterk kan maken? Wat is toch die ontroering die muziek ons kan geven? Of een stukje tuin? Wat is toch de blijdschap die een hartelijke lach ons kan geven? Kan iemand uitleggen waarom hier in de viering toch altijd bloemen op tafel staan? Het is allemaal zo eenvoudig, dat we het nooit zullen kunnen uitleggen. Maar we mogen er ons wel over verwonderen, dat wel, want dat doet deugd en maakt ons lichter. Weer licht genoeg om het zware te kunnen dragen…

We zingen een lied dat daar perfect pij past, op tekst van Van de Wouwer en op muziek van de grote Vic Nees: Ik wandel door de seizoenen…

Uit de Bijbel : durven verder kijken = ruimte voor iets nieuws…

We laten ons in de vakantie een tijd lang niet meer inkaderen door de routine van het het dagelijkse leven. We stappen er even uit. En door er even uit te stappen ervaren we scherper dat er meer is dan wat we doorgaans beleven, meer is dan we doorgaans zien of voor mogelijk houden. Dat, als de beslommeringen of vaste patronen wegvallen er ruimte komt, openheid, ontvankelijkheid om in te gaan op niet geplande gebeurtenissen, dat dit soms onvermoede kansen meebrengt, verrijking, dat dit   een bron van zegen kan zijn.
Over zo’n houding vinden we veel verhalen terug in onze Bijbel: als we onze vaste ideeën, onze routines opzij zetten, komt er ruimte voor iets nieuws.

Zo verging het Abraham,die alleen maar met een belofte van een voor hem nieuwe god (en in hoeverre kan je die betrouwen?) alles achter laat wat hij kent en gewoon is, om een nieuw leven op te bouwen. Het zal niet in jeugdige overmoed geweest zijn want hij was al vijfenzeventig jaar en dan heb je toch al wat levenswijsheid opgebouwd…

Of Mozes die de opdracht krijgt een advocaat avant la lettre te zijn voor zijn volk, terwijl hij stotterde. Wat niet direct een aanbeveling is als je een pleidooi wil houden, en zeker niet voor mensen die je niet goed gezind zijn.

Samuel hield vast aan het idee dat de oudste zoon de koning zou worden,of de grootste, of de sterkste zoon. Maar het was de jongste, recht van achter de kudde komend, en met ros haar (wat toen blijkbaar niet als een pluspunt ervaren werd als dit zo expliciet vermeld wordt). Helemaal niet de koning die Samuel voor ogen had. Maar toch werd het deze jongen die zijn land leidde.

Ook vrouwen durven verder kijken: je hebt Tamar die zich niet neerlegt bij het onrecht dat haar wordt aangedaan door haar schoonvader, en een zeer onorthodoxe manier vindt om gerechtigheid te verwerven. Of Ruth die een andere weg gaat dan is voorgeschreven en zo de geboorte van de latere koning David mogelijk maakt.

En er is natuurlijk ook Maria, die een Bijbels voorbeeld is van ontvankelijkheid: door haar openheid, vertrouwen en geloof is het mogelijk dat de zoon die ze krijgt de Messias wordt En ook Hij zal op zijn beurt ook andere paden bewandelen dan wat men verwacht had: Maar de uitkomst is telkens dezelfde: door zich niet vast te pinnen op wat vroeger was, hoe men denkt te moeten denken gaan er nieuwe wegen open, kan er een nieuwe toekomst ontstaan. Van die toekomst zingt Maria in haar Magnificat:

Mijn ziel prijst en looft de Heer,
mijn hart juicht om God, mijn redder:
hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares.
Alle geslachten zullen mij voortaan zalig prijzen,
ja grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan,
heilig is zijn naam. Barmhartig is hij, van geslacht op geslacht,
voor al wie hem vereert.
Hij toont zijn macht en de kracht van zijn arm
en drijft uiteen wie zich verheven wanen,
heersers stoot hij van hun troon
en wie gering is geeft hij aanzien.
Wie honger heeft overlaadt hij met gaven,
maar rijken stuurt hij weg met lege handen.
Hij trok zich het lot aan van Israël, zijn dienaar,
zoals hij aan onze voorouders heeft beloofd:
hij herinnert zich zijn barmhartigheid
jegens Abraham en zijn nageslacht,
tot in eeuwigheid.

Lied: Zo vriendelijk en veilig als het licht

Inbreng gemeenschap
Misschien heeft een vakantie ervaring bij jou een nieuw register opengetrokken, of wil je een gebed vragen voor iemand. We maken nu tijd om te delen, om te bidden, of om ons aan de stilte toe te vertrouwen.

Inleiding tafelgebed

Dan is het nu tijd om aan tafel te gaan.
Daarnet werd gezegd:als we ons ontvankelijk opstellen kunnen vertrouwde dingen een nieuwe betekenis krijgen. Tafelen is een gebeuren waarbij iedereen betrokken is. Zowel de mensen die aanzitten als deze die er niet lijfelijk bij kunnen zijn, maar die onlosmakelijk verbonden zijn met ons. Mensen dichtbij en veraf, zelfs over de grenzen van de dood heen. Ze zijn hier aanwezig. Voor hen steken we de kaarsjes en het kleine kaarsje van verbondenheid aan.
Brood en wijn, met minder kan je niet overleven, gebruikte Jezus van Nazareth om aan zijn vrienden te laten zien waar het op aan komt: in breken en delen vinden mensen leven in overvloed.
We willen deze betekenis hier elke zondag met elkaar delen, om het niet te vergeten, om elkaar ontvankelijk te houden, om het uitzicht dat wenkt aan elkaar te blijven tonen.
We zingen als tafelgebed: Gezegend Eeuwige…

Onze Vader

Vredeswens

Het is de eenvoud zelve, ons wekelijkse vredeswens, maar misschien is ons wensen drager van veel meer vrede dan we zelf beseffen. Laten we daarom elkaar van ganser harte een stukje van die grote vrede wensen…

Communie

Lied:  Er is in ieder deel  een deel van het grotere geheel…

*

foto: Guido Vanhercke, reflectie katheraal Lerida, Sp