Dominicus Gent
Viering van zondag 11 juli 2021
Onbezorgdheid in de Bergrede
Gij Eeuwige
Gij nodigt ons uit om samen te komen
uit vele hoeken van Gent en daarbuiten
We zitten hier bijeen met onze eigen geschiedenis en onze zorgen
Met onze angsten voor de dag van morgen
Onze bezorgdheid over onze familie en vrienden
Onze boosheid over onrecht dat aan anderen of onszelf is gebeurd
Onze frustratie dat elke nieuwe stap zoveel energie vraagt
en zo lang duurt
Onze hoop en vertrouwen, onze vriendschap…
We brengen het hier allemaal mee en we leggen het even neer om bij elkaar en bij U aanwezig te zijn.
We eten van twee of vier woorden en zingen ze naar lieve vrede toe
Lied
Van twee woorden Van twee woorden wil ik eten,
krijg van vier maar niet genoeg,
o verre liefde lieve vrede.
Voor de honger niet geboren, voor de bommen en de graven niet getrokken uit mijn moeder
eenmaal andermaal gewoon, maar deze twee gevlekte handen om te oogsten en te strelen
loop ik, loop ik over woorden onder twijfel, over water, zoek een ander in zijn verte.
Alle aarde is van aarde aarde alle zeeën gaan in lompen alle vlees is maar een drupje.
Maar hoe gek onspreekbaar anders
zijn de mensen voor elkander
dat zal duren, dat zal duren.
Met geen kussen is die liefde met geen monden te bewijzen ach hoe zullen wij omarmen.
Alle vrede van de wereld als een lichaam te vergaren dat doet pijn, vergeten jaren.
Al jouw stilte te bewaren doet mij sterven, doet mij leven
door geen god te evenaren.
Molenwieken wijze wetten gouden pausen gulden woorden gaan voorbij als wind en regen.
Al dat werk van onze handen onze kronen onze kerken als een strovuur zal het branden.
Dan nog komt een woord mij tegen vindt mijn mond geen and’re zegen
dan een mens om mee te leven.
Van twee woorden wil ik eten,
krijg van vier maar niet genoeg,
o verre liefde lieve vrede.
T: Huub Oosterhuis M: Bernard Huijbers
Onbezorgheid in de Bergrede
Zo meteen zullen we een fragment uit de bergrede in het evangelie van Matteüs beluisteren. De bergrede is een prachtig maar ook een taai stuk evangelie. Het begint met de gekende zaligsprekingen, zalig zij, gelukkig zij… waarbij de meest ellendige mensen gelukkig geprezen worden: armen, treurenden, mensen die hongeren en dorsten, die vervolgd worden.
De zaligsprekingen belooft hen een mooie toekomst. Die mooie toekomst verwezenlijken is een gezamenlijke opdracht voor al wie Jezus wil volgen. En dat veronderstelt zeer radicale keuzes in het leven: geen 2 heren dienen, niet en-en, niet de trendy win-win, maar of-of , God of de mammon. Ze kunnen niet samen. Sommige levensopties staan dermate tegenover elkaar dat ze onverzoenbaar zijn.
Strijd, conflict en verzet zijn in deze bergrede heel erg present.
Na die zaligsprekingen volgen beschouwingen en oriëntaties over grote ethische thema’s zoals doodslag en moord, echtbreuk, vals getuigenis afleggen, vergelding, omgaan met vijanden enz… en telkens weer legt Jezus de lat ongelooflijk hoog voor wie hem wil volgen. Zo hoog dat wel eens gedacht werd dat zulke straffe idealen toch niet bedoeld konden zijn voor de ‘gewone’ mensen maar eerder voor de religieuzen.
En dan krijgen we iets over de helft van het hele programma van de bergrede een vertederend stukje dat we nu beluisteren.
Lezing Mt 6: 25-34
Jezus zei tegen zijn leerlingen: “Daarom zeg Ik jullie: maak je nergens zorgen over. Niet of je wel eten en drinken zal hebben. Ook niet of je wel kleren zal hebben om aan te trekken. Het leven is toch belangrijker dan het eten? En het lichaam is toch belangrijker dan de kleren? Kijk eens naar de vogels. Ze zaaien niet, ze maaien niet en ze bewaren geen voorraden in schuren. Jullie hemelse Vader geeft ze te eten. Jullie zijn toch veel belangrijker dan de vogels? Wie van jullie kan door zich zorgen te maken, ook maar één centimeter groeien of ook maar één dag langer leven? En waarom maken jullie je zorgen over kleren? Kijk eens naar de bloemen in het gras. Kijk hoe ze groeien. Ze werken niet en weven niet. Maar Ik zeg jullie dat zelfs koning Salomo met al zijn rijkdom er niet zo schitterend uitzag als die bloemen. Het gras staat er maar één dag, want morgen wordt het als brandstof in de oven gegooid. Toch kleedt God dat gras zó mooi met bloemen aan. Dan zal Hij jullie toch zeker óók aankleden? Wat is jullie geloof toch klein! 31 Wees dus nergens bezorgd over. Pieker niet: ‘Wat moeten we eten?’ Of: ‘Wat moeten we drinken?’ Of: ‘Wat moeten we aantrekken?’ De mensen van de andere volken doen dat wél. Maar jullie hemelse Vader weet dat jullie deze dingen nodig hebben. Geef het Koninkrijk van God en het doen van Gods wil de eerste plaats in jullie leven. Dan zal Hij jullie al deze dingen geven. Maak je dus geen zorgen over de volgende dag. Want de volgende dag zal weer zijn eigen zorgen met zich meebrengen. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen problemen
Het contrast valt op. Na de zware opdracht en de radicale eisen en het zwaargewicht van de mammon, komen de bloemen en de bijtjes aan bod, enfin, de bloemen en vogels. Matteüs schetst een bekoorlijk pastorale scène. Wat een verrassende verademing.
Maar wat een tegenstelling: neem je verantwoordelijkheid op; er ligt ontzettend veel werk op de plank om dit koninkrijk van God, die mooie toekomst voor al wie nu in ellende leeft, te realiseren
en … maak je geen zorgen.
Maak je geen zorgen. Hoe cynisch kan dat klinken voor de boer die goede landbouwgrond verkocht ziet aan maneges? Voor de man die zijn dementerende vrouw verzorgt? Voor de dokters die de hongerstakers begeleiden? Voor wie geen gezonde voeding kan kopen voor haar kinderen? Voor wie al jaren op een wachtlijst staat voor een appartementje? Voor wie door de aanhoudende boskap zijn habitat bedreigd ziet?
Wat betekent die onbezorgdheid?
Als Jezus ons de vogels des hemels en de leliën van het veld als voorbeeld stelt, dan klinkt dat als een vloek in onze samenleving die belangrijke problemen adequaat en resultaatgericht probeert aan te pakken. Het klinkt als een vloek in een samenleving die bedoeld of onbedoeld mensen veel angst bezorgt. Die zich over-beveiligt en over-verzekert, in de hoop elk risico uit te sluiten.
De oproep om ons geen zorgen te maken blijft in relatie staan tot de oproep: Zoek eerst het koninkrijk en zijn gerechtigheid.
Vandaag hoor ik dit als een uitnodiging om ons engagement te verankeren in een vertrouwen dat ons in staat stelt op tijd los te laten. Dat is heel terecht
Dat is een mondvol en roept weer nieuwe vragen op.
Vertrouwen waarin? Misschien in de veerkracht van de ander? In een vonk van mededogen van iemand die beslissingsmacht heeft? In onverwachte solidariteit? Misschien in ‘iets goed’ dat onverwacht op ons pad kan komen als we daar ruimte voor laten en niet per sé alles zelf onder controle proberen te houden? Misschien in het geloof dat we zelf beperkt mogen zijn, ook in onze inzet, dat we bemind worden ook al kunnen we veel problemen niet oplossen. Vertrouwen in het respect voor onze eigen beperkingen en eindigheid?
Vertrouwen in een werkelijkheid die altijd groter en ruimer is dan wat ik kan bevatten en overzien. Het beangstigende ongekende dat ook welwillend kan zijn.
Zoek eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid.
Zoveel mensen die dit doen vanuit zoveel verscheiden levensovertuigingen.
Onze verantwoordelijkheid als leerling van Jezus, als mens van de weg, is onvoorwaardelijk, wordt nooit opgeschort maar is niet onbegrensd.
Er zijn grenzen maar ik bepaal die grenzen niet en ook een ander niet. Niemand kan mij voorschrijven hoever mijn verantwoordelijkheid reikt of waar ze ophoudt. Niemand kan voor mij inschatten hoever mijn draagkracht reikt. Maar ik zelf ook niet. Hoe vaak gebeurt het niet dat ik mijn grenzen maar ken omdat ik ze overschreden heb omdat ik inga op de vraag, de nood die zich aandient? Maar evenzeer kan het gebeuren dat ik verbaasd kan vaststellen dat ik staande blijf ook al is er veel op mij afgekomen.
In de diepe relatie van vertrouwen in God kunnen grenzen aan de verantwoordelijkheid worden getekend en weer verlegd. Dat is een intieme wisselwerking waarin de onbezorgdheid waartoe hier opgeroepen wordt kan gedijen. Met de wijsheid van de boer die zaait en gaat slapen en het zaad schiet op en groeit en hij weet niet hoe. En moet niet elke ouder leren balanceren tussen zorgen en loslaten en vertrouwen?
De onbezorgdheid is God werkzaam weten in mijn doen én ook in mijn laten. Moeilijk…?
Misschien een idee voor de komende tijd ?
Lezing Mt 7: 7-11
Vraagt en u zal gegeven worden; zoekt en ge zult vinden; klopt en er zal worden opengedaan. Want al wie vraagt, verkrijgt; wie zoekt, vindt en voor wie klopt, doet men open. Of is er wel iemand onder u die zijn zoon een steen zal geven als hij om brood vraagt? Of een slang wanner hij vraagt om een vis? Als gij dus, ofschoon gij slecht zijt, goede gaven weet te geven aan uw kinderen, hoeveel te meer zal dan uw Vader die in de hemel is, het goede geven aan wie Hem daarom vragen.
Klopt en er zal worden opengedaan…
Nog een stukje verder in het Evangelie, ook nog in de Bergrede, staat deze opmerkelijke tekst, alsof het een inleiding is op het boek: De meeste mensen deugen.
Vraag, zoek en klop aan: daartoe worden we uitgenodigd.
Wat zullen we vragen, wat zoeken we, op welke deur gaan we aankloppen? Bij het begin van een vakantieperiode wil ik wat inzoomen op het omgaan met stress.
Elke dag maken we heel wat mee. Door de vragen en bekommernissen, emoties, de frustraties, de handelingen op automatische piloot en de bewuste daden, … kunnen we aan het einde van de dag ons erg leeg voelen. Vandaag toont onderzoek aan wat stress doet met ons.
Ons lichaam reageert door stresshormonen adrenaline en insuline aan te maken en dat doen we al van in de tijd van de allereerste mensen die op aarde liepen. Die moesten beducht zijn voor vele gevaren. Vluchten of vechten was dan aan de orde en als je het overleefde zorgden andere hormonen dat je hartslag weer naar beneden ging en je lichaam ontspande.
Vandaag zijn we veel minder in beweging en blijven deze stoffen, zoals cortisol, constant in ons lichaam en veroorzaken heel wat ongemakken, zeker als deze toestand lang duurt.
Onze huidige maatschappij heeft een sterke neiging om ons dan te verdoven: door televisie, feesten, eten of drinken, uitstapjes, medicatie, voetbal, …
Nu had elke tijd wel zijn stress en uitdagingen en ook manieren om de realiteit even uit te bannen. Maar vandaag leven we meer dan vroeger in een wereld van drukte, overprikkeling en weinig beweging. Dit geeft heel wat uitdaging om een gezonde balans te houden tussen onze inzet en voldoende herbronning.
Maar, wat hebben we nodig om te herbronnen? Hoe doen we het om morgen weer die uitnodiging van de Bergrede, maar ook van het leven zelf, met frisse moed en energie aan te gaan? Heel vaak weten we niet wat we willen, wat we zoeken en waar we zouden kunnen aankloppen.
Jezus reikt ons een hand om op een andere manier om te gaan met leegte en uitputting, een andere manier dan te verdoven:
Hij nodigt ons uit stil te staan. Zelf trok Hij zich regelmatig terug op een eenzame plek om te bidden. Hij ging zich verbinden met zijn vader, de veilige plek waar hij zich thuis voelde, de schoot van Zijn Vader.
Als we ons een tijdje terugtrekken, stilstaan, komen we misschien bij vragen zoals: wat heb ik nodig om mij beter te voelen, om deze situatie aan te kunnen, om mijzelf beter te kennen en niet altijd tegen dezelfde muren aan te lopen? Wat heeft me vandaag kwaad gemaakt, triestig, angstig, gefrustreerd? Als we de tijd nemen om daar regelmatig bij te verwijlen en alle gedachten en gevoelens daarbij toelaten, dan kan er in ons een plek groeien waar we in ontspanning bij onszelf komen. De wegen om dit te bereiken kunnen heel divers zijn: mediteren, yoga, wandelen in de natuur, dansen, een diep gesprek voeren, tuinieren, …
In de ontspanning komen soms verwondering, ideeën, voornemens, verlangens …. naar boven borrelen vanuit onze eigen diepte. We komen in contact met de vragen die in ons léven en we kunnen geleidelijk leren die te verwoorden. We kunnen op zoek gaan naar andere mensen, projecten, plaatsen, en aan deuren kloppen om verwante zielen te vinden die mogelijks aansluiten bij wat we diep vanbinnen willen doen.
Als we vragen wordt ons gegeven. Als we op zoek gaan zullen we vinden. Als we aan de deur kloppen, wordt ons opengedaan. Daar mogen we op vertrouwen. We worden in de ruimte geworpen maar ook ondervangen door adelaarsvleugels….
Die mij droeg op adelaarsvleugels
die mij hebt geworpen in de ruimte;
en als ik krijsend neerviel
mij ondervangen met uw wieken
en weer opgegooid
totdat ik vliegen kon
op eigen kracht
op eigen kracht
T: Huub Oosterhuis M: Bernard Huijbers
Blijf verbonden met de gemeenschap van Dominicus Gent:
via de nieuwsbrieven: https://www.dominicusgent.be/nieuwsbrief/
via Facebook ( https://www.facebook.com/Dominicus-Gent-324436994242688/)
Abonneer u nu op ons Youtube-kanaal ( https://www.youtube.com/channel/UCBCXMCRb0cNw8Dd3tMc9elQ)
Indien u meent dat voor een bepaald object het auteursrecht van de auteur of zijn/haar erfgenamen, of het recht op afbeelding geschonden werd, neem dan contact op met ons zodat de situatie kan worden rechtgezet.