KERSTVIERING 2022

Dominicus Gent

Kerstviering 2022

  

Van harte welkom aan jullie allen, bijzonder ook aan de kinderen die vandaag met ons meevieren. Welkom ook aan iedereen die thuis meekijkt en luistert.

Vandaag is het Kerstmis. Vier weken lang leefden we toe naar deze dag, en elke week staken we een kaarsje méér aan op de adventskrans. (Ook vandaag branden de kaarsen en maken we heel veel licht, vele kaarsjes branden al op de tafel). Maar onze Paaskaars brandt nog niet en ik wil aan Tom vragen om de paaskaars aan te steken. We steken elke week deze paaskaars aan om ons samenzijn in het licht van Jezus te stellen.

We zijn woensdagnamiddag met de kinderen samen- gekomen en hebben het kerstverhaal verteld,  liederen gezongen en samen geknutseld.

Jullie kunnen zien wat we gemaakt hebben: vele sterren die we hier vooraan opgehangen hebben. Maar waarom hebben we sterren gemaakt?

Lang geleden, in de tijd dat Jezus geboren werd, was er geen gps, zelfs geen kaarten of bordjes waar een gemeente of stad begon. Als mensen ergens ver naartoe moesten gaan keken ze naar de sterren en konden ze door de stand van de sterren hun weg vinden. Vandaag kunnen wij dat niet meer. Maar, in de donkere tijd, midden in de winternacht, zijn we blij met de vele lichtpuntjes aan de hemel. Ze geven ons troost in de donkere nacht, ze doen ons verlangen naar een wereld die goed en warm is en een thuis voor iedereen. Sterren die stil blijven staan, sterren die vallen of sterren die heel veel licht geven, daar zijn we verwonderd en benieuwd naar. In kerstverhalen staat er soms dat de ster bleef stil staan boven de stal waar Jezus geboren werd. Als een belofte. We vroegen ons af welke belofte elk van ons ziet in de ster die bleef stille staan.

Zoals vorige jaren, is het Vredeslicht uit Bethlehem, de Bijbelse geboorteplaats van Jezus, in onze kerstviering aanwezig. Het werd door een Palestijns kind naar Europa gebracht en verder verspreid over de wereld. Afgelopen weekend kwam het Vredeslicht aan in Gent. Na een wake vanuit verschillende levensbeschouwingen met getuigenissen uit Bethlehem, Oekraïne en Georgië, vertrok het naar andere steden in Vlaanderen.

Wil je na de viering Vredeslicht meenemen naar huis of Vredeslicht brengen bij iemand die naar Licht uitkijkt, kom dan met een kaars om ze aan te steken en veilig mee naar huis te nemen.

Zoals jullie zien is onze kerstboom versierd met witte linten, we doen mee met de actie van Pax Christi om witte linten in de boom te hangen als solidariteit met alle mensen die in oorlogsgebied wonen.

En nu gaan we zingen! Er is een kindeke geboren op aard…

 

Het geboorteverhaal – vrije vertaling uit Lucas

Maria en Jozef moesten nu een lange reis maken. Dat kwam doordat de keizer van Rome (dat is de grote baas)  wilde weten hoeveel mensen er in zijn land woonden.   Daarvoor moest iedereen naar de plaats gaan waar zijn familie vandaan kwam. Jozef en Maria moesten dààr hun naam laten schrijven in een groot boek.

De plaats waar onze familie vandaan komt, vroeg Maria? Dan moeten wij naar Bethlehem gaan, want daar is koning David geboren! Héél, héél lang geleden. En wij zijn familie van hem, dus zullen wij naar Bethlehem moeten. Maar Bethlehem was zo ver, ze moesten wel een week lopen…. Maar het moest, omdat de keizer het bevel gegeven had.

Alles moest te voet worden gedaan. Rijke mensen hadden paarden met wagens, of kamelen. Maar Jozef en Maria hadden alleen maar een ezeltje….

Die morgen stonden ze dus heel vroeg op. Maria pakte eten en kleren in voor onderweg. Jozef haalde de ezel uit de stal. Hij hielp Maria er bovenop…..

Vooruit, zei hij tegen het ezeltje. En daar gingen ze langzaam door de nauwe straatjes naar beneden. Klikklak, klikklak, klonken de hoeven op de stenen….

Jozef kon er best tegen, om zo ver te lopen, maar voor Maria viel het niet mee. De wind blies haar in het gezicht en joeg door haar kleren. Maar toch was ze stilletjes blij. Zij zou immers een kindje krijgen, dat had de engel Gabriël haar beloofd. Het was overal erg druk op de wegen. Want er waren nog veel meer mensen op reis. Dat kwam allemaal door die keizer van Rome, die wilde dat iedereen zijn naam liet opschrijven.

Eindelijk kwamen ze in Betlehem aan. Maar wat waren ze moe, wat waren ze toch moe… Jozef had pijn aan zijn voeten en ook het ezeltje kon bijna niet meer.

Als we nu maar gauw een huis vinden om te slapen, dacht Jozef. Het is al zo laat en zo druk. En om buiten te blijven is het veel te koud voor Maria.

Langzaam sukkelden ze door de straten. Hij klopte aan de deuren. Hij klopte hier en hij klopte daar. “Hebt u nog plaats om te slapen?”, vroeg hij. De mensen schudden hun hoofden. “Alles vol”, zeiden ze. Jozef bleef staan en keek bezorgd om zich heen….

“Wat moet ik dan beginnen”, dacht hij. “Maria moet toch ergens kunnen rusten vannacht”.  Maar buiten die drukke stad waren rotsen met holen en grotten.  Bij slecht weer dreven de herders hun schapen daarbinnen. “We zullen daarheen moeten”, dacht Jozef , het is in elk geval beter dan niets.. En zo sukkelden Jozef en Maria met het ezeltje het veld in.

Klikklak, klikklak… zo ging het door de stille nacht. Klikklak, klikklak… Jozef keek over de wijde heuvels. Want de maan scheen en de sterren pinkelden aan de hemel. En zo kon hij toch een grot vinden waar de dieren in schuilden. De vloer en de wanden waren ruw en vochtig. Maar het was er niet koud en het kon er niet regenen. Jozef hielp Maria van het ezeltje.  Hij nam haar bij de hand en samen gingen ze naar binnen. In een hoek van de grot stond een houten kribbe. Daar lag een hoopje stro. Jozef spreidde zijn mantel waarop Maria kon gaan liggen. Hij dekte haar warm toe. Het ezeltje kon binnen ook beschutting vinden… Het werd stil in de nacht. Toen gebeurde wat de engel Gabriël aan Maria beloofd had. In de stille nacht werd een klein kindje geboren. Het werd geboren in een grot waar de herders met hun schapen schuilden. Toch was het de zoon van God.

Het is gekomen voor het geluk en voor de vrede voor alle mensen… Jezus die naam hebben ze aan het Kindje gegeven. Dat betekent : God redt.

Wat verder in de velden lagen de herders te slapen. Maar plots schrokken ze heel erg en staarden omhoog. De slapers werden wakker en iedereen keek naar boven. Daar zagen ze in het licht een engel. De herders wisten niet wat er gebeurde…Maar de engel wenkte en lachte tegen hen:  Jullie moeten niet bang zijn, ik kom jullie blij nieuws vertellen. Jezus is geboren in Betlehem. Hij komt om alle mensen gelukkig te maken. Jullie zullen een klein kindje vinden, gewikkeld in doeken in de kribbe….En zo trokken de herders op pad om het kindje te zoeken…

En wat er toen gebeurde, hoor je in dit oude lied :

Toen zij er te Betlehem kwamen, daar schoten drie stralen dooreen.

Een straal van omhoog zij vernamen, een straal uit het kribje benee.

Daar vlamd’er een straal uit hun ogen en viel op het Kindeke teer.

Zij stonden tot schreiens bewogen en knielden bij Jezus neer.

 

Over de ster en sterren…

Wat is het thema van de Kerstviering dit jaar, vroeg ik. “En waar de ster bleef stille staan”, kreeg ik als antwoord. “Ha, vroeg ik, het boek van Felix Timmermans?”. “Neen, gewoon de ster van het kerstverhaal”. Je hebt al verteld over de herders en Jozef en Maria en de os en de ezel, vertel nu maar eens iets over de ster. “Ja maar, in het kerstverhaal dat we lezen zit helemaal geen ster, probeerde ik nog. Die komt pas in het verhaal van de drie wijzen ter sprake”. Boter aan de galg. De ster moest en zou het worden.

Ik heb dus in allerijl een spoedcursus astronomie genomen en voor de zekerheid ook nog een snelcursus astrologie, u kent me, geen inspanning is me te veel voor een inbreng in deze gemeenschap. Om vervolgens tot de conclusie te komen dat wat mensen vertellen over de ster van Betlehem een beetje een soep is.
Volgens de ene was het zeker de poolster, volgens een andere moet het een komeet geweest zijn, nog een andere ziet een conjunctie van meerdere planeten, u weet wel, wanneer vanuit het standpunt van de aarde meerdere planeten op één lijn achter elkaar staan. Dat geeft meer licht. In het boek “The Physics of Christianity” (“de fysica van het christendom”, ik verzin het niet) beweert ene Frank Tipler met enige stelligheid dat het over een supernova, een nieuw ontstane ster moet gaan. Er bestaat nog wat wetenschappelijke twijfel of het over een type 1a of 1c gaat, maar wel zeker is dat ze in de Andromedanevel moet gezocht worden. En dan heb je de mensen die niet zoveel met sterrenkunde op hebben: zij beweren dan weer dat het zonder enige twijfel een soort lichtgevende engel moet geweest zijn, gewoon omdat er nog andere waarnemingen van dat verschijnsel geweest waren die nacht.

Alle gekheid op een stokje, want dit gebeurt er wanneer je geloofsverhalen als letterlijke geschiedschrijving gaat nemen. Het is wel zo dat de ster van Betlehem en al wat er aan de sterrenhemel te zien is, altijd tot de verbeelding heeft gesproken.

Hun glans en het licht dat ze bij een heldere nacht uitstralen, maken hen bij uitstek tot een veelgekozen beeld in vergelijkingen en symboliek. In de Bijbel worden ze dan ook gebruikt om wat ons overstijgt in het leven en in het geloof, om wat ongrijpbaar is, uit te drukken.
De Bijbelteksten zijn daarin vrij vernieuwend voor die tijd. De sterrenhemel wordt er immers ontdaan van zijn goddelijkheid. We lezen er dat we niet de sterren, maar de Heer achter de sterren moeten eren. Hij is het die de sterren heeft geschapen en ze verwijzen dus, net zoals de hele schepping, naar de Schepper. De profeet Jesaja drijft zelfs de spot met sterrenwichelaars en aanbidders van hemellichamen: “van hen moet geen bevrijding verwacht worden, die komt alleen van JHWH”. Israëls lot ligt niet in de sterren, Israëls weg wordt niet bepaald door hemellichamen, Israëls heden en toekomst liggen in de hand van de Ene.
Zo wordt het volk bevrijd van angst voor die onbekende machten die opjagen en bang maken. En ook in het boek Wijsheid wordt dit herhaald: “Mensen die de sterrenhemel en de lichten aan de hemel gaan zien als beheerders of beheersers van de wereld, zijn volkomen onwijs. De sterren bepalen de levensloop van mensen niet.”

Nu zal u misschien denken: “Maar wat hebben wij daar nu nog mee te maken, vertel ons iets nieuws. Wij weten van planeten en sterrenstelsels en melkwegen. Dat zijn geen goden.” En gelukkig weten de meeste mensen dit inderdaad wel.

Maar wellicht zijn er al wat minder die met dezelfde overtuiging zullen zeggen dat de voorspelkracht van de sterrentekens in de Dierenriem en aanverwante theorieën er alleen maar zijn om de boekskes te vullen en om ons een illusie van houvast, van greep op de realiteit te geven.

En dan zijn er nog die andere sterren in onze maatschappij, sterren waardoor verrassend velen hun leven laten bepalen. We hebben er zelfs een passende naam voor gevonden, we noemen ze … sterren. Denk maar aan de sterren van het witte doek of pop- en royalty-sterren die een wereld van glamour en glitter voorhouden, denk aan de sportsterren die ons nog maar net weer een hele maand bezighielden – er was bijna geen ontsnappen aan. En dan heb ik het nog niet over de sterren uit de zakenwereld of de politiek of andere jolige YouTube- en Tiktok-sterren. Het bulkt van de sterren die op een voetstuk gezet worden. Sterren die blinken, die mensen verblinden, die mensen doen verlangen naar het bereiken van een gelijkaardige roem, van aanzien en de bijbehorende materiële welstand. Die sterren schitteren maar kort, even, en dan gaan ze weer weg, wie zal hen over twee, drie generaties nog kennen? Ijl en ijdel, zegt de Prediker in de Bijbel, al dat sterrendom is louter leegheid, op dat sterrendom rust het licht van de Eeuwige niet.

Het Kerstverhaal toont ons iets helemaal anders. De ster van Betlehem, het licht van de Eeuwige rust niet op, wijst niet naar een succesvolle zakenman of politicus, maar naar een baby, een pasgeboren hulpeloos mensenkind dat in barre omstandigheden ter wereld moet komen, alleen gezien door een paar herders, de laagsten in rang in de toenmalige standenmaatschappij. Een klein, breekbaar en kwetsbaar mensenkind dat voor zijn overleven helemaal afhankelijk is van anderen, dat niets kan op eigen kracht. Hij is de ster van zijn generatie en vele generaties na hem, hij is Jesus Christ Superstar, zoals hij ooit in de rockopera van Andrew Lloyd Webber genoemd werd. Een superster omdat hij de spotlights niet nodig had om te schitteren voor de mensen die hij ontmoette. Een superster omdat hij steeds een sprankel licht bracht in de duisternis van hun uitsluiting, van hun pijn en verdriet. Een ster die vernieuwde hoop en nieuw leven bracht, omdat hij zelf een lichtdrager was, die consequent leefde en handelde naar de bron van licht diep in zichzelf. Een bron die grenzen van ruimte en tijd tenietdoet, die blijft lichten ondanks ogenschijnlijke mislukking, ondanks de steeds aanrollende golven duisternis. Zijn naam zeggen we nu nog: Jehoshua, Jesjoe, Jezus, God zal ons redden. Emmanuel, God met ons.

Dit kerstverhaal nodigt ook ons in al onze kwetsbaarheid en onmacht uit om lichtmensen te worden, om lichtende ster te worden, om te redden uit duisternis, om te bevrijden uit wanhoop. Het is een aansporing zoals we die lezen in de Filippenzenbrief waarin Paulus schrijft: “Blijf u inspannen en doe dat in diep ontzag voor God, want het is God die het willen en het handelen bij u teweegbrengt. Doe alles wat moet als onberispelijke kinderen van God te midden van een ontaarde generatie, waartussen u schittert als sterren aan de hemel.”

Jezus heeft mensen opgericht, maar dat werk moet onverminderd voortgezet worden. De ster, het licht dat hem doorstraalde, daalt iedere keer opnieuw af in mensen overal, midden in hun harde zwijgende werkelijkheid. Wanneer mensen die ster, dat licht in zichzelf toelaten, wanneer ze er steeds meer hun daden op afstemmen, hun doen en laten op het licht ijken, dan zal er vrede zijn, onherroepelijk.

 

Er moet een ster zijn

Voor iedereen die zoekt

Naar wegen en naar woorden

Om de ander tegemoet te gaan.

Er moet een ster zijn

Voor degene die zoals een herder

Zijn tred vertraagt en zich ontfermt

Over de achterop geraakte.

Er moet een ster zijn

Voor wie amper overeind blijft

En toch zijn schamele verwachting

Als een fakkel in zijn ziel bewaart.

Er moet een ster zijn

Voor wie naamloos licht in zich draagt

En overal vuurtjes tracht aan te maken

Waaraan men zich verwarmen kan.

Er moet een ster zijn

Voor wie de wijsheid en de eenvoud leert

Om in een doodgewoon gebeuren

Het buitengewone van menszijn te ontdekken.

Ik wens van harte dat voor jou

Die ster zal schijnen.            

Kris Gelaude (Voor wie woorden zoekt).

 

                                                                                                     

      

foto sterren: Polaris pictures

Blijf verbonden met de gemeenschap van Dominicus Gent:
via de nieuwsbrieven: https://www.dominicusgent.be/nieuwsbrief/
via Facebook ( https://www.facebook.com/Dominicus-Gent-324436994242688/)
Abonneer u nu op ons nieuw online platformhttp://Bijlichten.be 
Ga er in gesprek met de auteurs van de filmpjes!

Indien u meent dat voor een bepaald object het auteursrecht van de auteur of zijn/haar erfgenamen, of het recht op afbeelding geschonden werd, neem dan contact op met ons zodat de situatie kan worden rechtgezet.