Bidden (3)

Dominicus Gent

Viering van zondag 5 juni 2016

Bidden in gemeenschap (3)

 

Eerste overweging

Samen zijn in een sfeer van inkeer, van verstilling, ervaar ik als een belangrijke voedingsbodem voor mijn geloof. Ik vind het niet belangrijk exact te kunnen zeggen wat bidden nu eigenlijk is. Er is in de voorbije vieringen reeds gesproken over de veelheid aan gebedsvormen, zowel vandaag als in het verleden. Ik vind het wel belangrijk dat er een sfeer is die iets laat aanvoelen van verbondenheid en van gezamenlijkheid. Een verbondenheid en gezamenlijkheid die gevoed worden door verstilling en inkeer. De stilte die gedeeld wordt, ervaar ik soms als een samen naar binnen keren om voeling te krijgen met het goede in onszelf. Met onze goede kant.

Verstilling en inkeer kunnen onze ontvankelijkheid wekken. Ontvankelijkheid vind ik belangrijk. Een basishouding voor een gelovige. Zonder ontvankelijkheid kan geen geloof open bloeien. Al ben ik daar niet altijd toe in staat of zelfs niet bereid: omdat ik opgesloten zit in mezelf, in eigen gedachten of opvattingen. Gevangen in mijn geschiedenis, in wat mij bezighoudt en wat ik belangrijk vind. En toch. Hier kan de dragende betekenis van een gemeenschap ervaren worden. Want dank zij het samenzijn kan er openheid ontluiken. Om te beginnen omdat er zoveel mensen samen komen. Met min of meer gelijkaardige bedoelingen. We komen niet naar een cabaret of een spektakel, (wat niet betekent dat elementen daarvan soms niet aanwezig zijn). Maar zoveel andere mensen die eveneens hopen aangesproken te worden op hun goede kant. Een beetje losgewrikt te worden uit hun eigenbelang. Een beetje open gemaakt. Bijvoorbeeld voor de medemens. En dan niet omdat ik daar zelf dolle pret aan heb. Maar vanuit een oprechte zorg voor die ander. De ander naast me of aan de andere kant van deze kerk, of de andere kant van de wereld.

Hier kan ruimte geschapen worden voor de vraag: Wat kan ik voor die of die betekenen. In plaats van: wat moét ik nu gaan doen? Wat moét ik doen omdat ik denk dat het van mij verwacht wordt? Er zijn zoveel zaken die ons dagelijks leven vullen aan ontmoetingen, verplichtingen, afspraken, taken die moeten volbracht worden, die we soms routineus afhandelen, zonder bezieling, gewoon omdat het moet gebeuren, maar eigenlijk ook om er vanaf te zijn. Niet zelden zijn het attitudes waardoor ik op mezelf terugval. Op mijn eigen belang. Mijn eigen comfort.

Hier is hoe dan ook een sfeer die me daar uithaalt. Die me helpt om uit een ander oogpunt te kijken. Ik hoop hier een sfeer te ervaren die daartoe bijdraagt. Het zit hem in duizend en één kleine dingen en in enkele heel belangrijke dingen, (die ook heel kleine dingen kunnen zijn!) De woorden die gesproken worden. De liederen die gezongen worden. De betekenissen die uitgedrukt worden in woorden, symbolen en rituelen en die dieper aangrijpen dan het verzekeren van het eigen belang of comfort. Ze reiken voorbij het zuiver functionele of nuttige. De aandacht en het gevoel voor de tere plekken die we bij anderen zien of beluisteren.

Het valt me namelijk op welk een verschil er soms is tussen wat we als rationeel denkende mensen zeggen en de teksten die we zingen. Die reiken soms zoveel verder dan hetgeen we durven te zeggen. “Mensen in vrede, vandaag en altijd”, “dat Gij ons adem zult geven, geestkracht die mensen tot vrede bekoort”. Als groep voel je je daarin gedragen, kom je mee in een perspectief dat verder reikt dan je in nuchtere toestand zou kunnen beamen. Daar is een eigen sfeer voor nodig. Want daar heeft het toch wel mee te maken: met het al dan niet ondersteund worden in een overgave, een toelaten van iets wat ik niet meer gezegd krijg, omdat het op zoveel verschillende manieren wordt tegengesproken en onderuit gehaald. Ons bidden samen wordt dan toch gedragen door die diepe hoop van het “en toch”, “ondanks alles”. Aan die hoop houden we vast, en worden we gestimuleerd en gesteund door deze gemeenschap en zoveel andere gemeenschappen die deze zelfde woorden uitspreken.

Paulus heeft het uitvoerig over de geest die in ons werkzaam is en wil zijn. Hij heeft zeker die geest ervaren toen hij die ommekeer maakte van vrome, wetsgetrouwe, zelfs fanatieke jood, tot volgeling van Jezus. Hij die aanvankelijk die leerlingen van Jezus vervolgde omdat ze zich niet hielden aan de joodse wet, is tot het inzicht gekomen dat in deze gemeenschap een heel nieuwe geest waait. Een geest van vrijheid die niet de wet en de voorschriften van de joodse traditie op de eerste plaats zet, maar de verbondenheid in oprechte zorg voor elkaar, in liefde en aandacht voor wees en weduwe.

Die geest betekent inderdaad een nieuw elan. Aandacht en inzet voor de medemens relativeren alle andere zorgen. Paulus wordt er bij momenten zelfs lyrisch bij. Denk maar aan zijn hooglied van de liefde in 1 Kor.13. Als ik de liefde niet heb ben ik niets meer dan een schelle cimbaal of een rammelende gitaar. En, zegt hij ook nog : bij gebeurlijke zwaarwichtigheid en geleerde woorden die in de kerkdienst naar voor gebracht worden, waardeer ik ten zeerste de sfeer van ongedwongenheid, van het mogen door de mand vallen. Van de draad verliezen. Van de spontaneïteit.
We beluisteren het slot van zijn loflied op de liefde:

 

Lezing 1 Kor.13, 8-13

[1] Al spreek ik de taal van mensen en engelen – als ik de liefde niet heb, ben ik een galmend bekken of een schelle cimbaal. [2] Al heb ik de gave van de profetie, al ken ik alle geheimen en alle wetenschap, al heb ik het volmaakte geloof dat bergen zou kunnen verzetten – als ik de liefde niet heb, ben ik niets [3] Al deel ik al mijn bezit uit, al geef ik mijzelf prijs om mij daarop te kunnen beroemen – als ik de liefde niet heb, helpt het mij niets.
[4] De liefde is geduldig en vriendelijk; de liefde is niet afgunstig, zij praalt niet, zij verbeeldt zich niets. [5] Zij gedraagt zich niet onfatsoenlijk, zij zoekt zichzelf niet, zij laat zich niet kwaad maken en rekent het kwade niet aan. [6] Zij verheugt zich niet over onrecht, maar vindt vreugde in de waarheid. [7] Alles verdraagt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles verduurt zij.
[8] De liefde vergaat nooit. De gave van de profetie, ze zal verdwijnen; het spreken in talen, het zal verstommen; de kennis, ze zal ooit hebben afgedaan. [9] Want ons kennen is stukwerk, en stukwerk ons profeteren. [10] Maar wanneer het volmaakte komt, heeft het stukwerk afgedaan. [11] Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, voelde ik als een kind, dacht ik als een kind; nu ik volwassen ben, heb ik het kinderlijke achter mij gelaten. [12] Nu kijken wij nog in een spiegel, we zien raadselachtige dingen, maar straks zien we van aangezicht tot aangezicht. Nu ken ik nog slechts ten dele, maar dan zal ik ten volle kennen zoals* ik zelf gekend ben. [13] Deze drie dingen blijven altijd bestaan: geloof, hoop en liefde; maar de liefde is het voornaamste.

 

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Bidden in gemeenschap

Buiten deze Dominicusgemeenschap heb ik niet al te veel ervaring met deze vorm van bidden. Eigenlijk ben ik ook geen bidder maar ik kan me wel meer concentreren en meegaan in de liederen, de teksten, de uiteenzettingen om in stilte tot meditatieve overdenkingen te komen en als slot een gezamenlijk gebed als het Onze Vader te zingen terwijl we elkaar de hand geven en een cirkel vormen in verbondenheid.

De gebeden van de katholieke kerk zitten gebrand op de harde schijf van mijn geheugen. Een klassieke viering bijwonen laat mij, willen of niet, de woorden probleemloos afspelen, zonder dat ik echt deelneem, of stilsta bij de betekenis ervan.

Meer deugd heb ik aan het gebed tijdens de gebedsdiensten in een abdij.
Met de gezinsgroep zijn we al meer dan 20 jaar trouwe jaarlijkse bezoekers van de abdij in West-Vleteren. Met de groep voelden we toen de nood om ons te gaan bezinnen in een abdij, kennis te maken met het monnikenleven, en deel te nemen aan het ritme van de gebedsdiensten.We gaan bij ‘de paters’ in de abdij op bezoek en niet in café ‘de vrede’ zoals heel wat bezoekers doen om een Sixtus te degusteren of enkele flesjes van het beste bier ter wereld te kopen.
Een abdij kom je zo maar niet binnen. Je belt aan en je wordt ontvangen ‘als gast’. Volgens de regel van Benedictus is elke bezoeker die aanbelt uitgenodigd om binnen te gaan via de poort om met respect behandeld te worden, als was het Christus ‘himself’ die op bezoek komt. Een gastenbroeder opent de deuren: ‘ha de mannen van Gent…welkom’. De deur die voor je geopend wordt is binnentreden in een andere wereld. Een wereld van ‘beroepsbidders’, zoals Jan ze vorige week noemde, een wereld van stilte, een oase van rust, natuur, eenzaamheid en afzondering. Je komt als mens van ‘buitenwereld’ in een ‘binnenwereld’ terecht en je wordt als bezoeker geacht die te respecteren. Kom je niet als ‘ gast’ voor enkele dagen, dan ben je ook welkom om het getijdengebed mee te maken. Een lange gang, voorbij twee tuinen en het eenvoudige kerkhof brengen je tot bij de kerk. De weg naar de kerk is een gelegenheid om zichzelf leeg te maken en zich open te stellen voor God. Er is een duidelijke uitnodiging tot rust of enige beweging, verder niets.
Een bakstenen ruimte op het eerste gezicht maar wanneer je met een psalmboek in de hand een plaatsje hebt ingenomen op de houten banken overvalt je de stilte, de rust en de sacraliteit van de ruimte.Geen enkel ornament is in de kapel aanwezig om je aandacht af te leiden. De monniken schrijden binnen met hun kovel rond de schouders en op een teken van de abt start de dienst. Psalmen en liederen op sobere muziek, afgewisseld met een tekst uit het evangelie, helpen je om een poging tot bidden te starten. De zang van de monniken en het begeleidend orgelspel kunnen je uitnodigen om te zingen of je gedachten de vrije loop te geven, de intense sfeer die er hangt te consumeren. De eucharistie is in de abdij het dagelijkse hoogtepunt, maar in wezen is het monastieke leven gebouwd rond de getijdengebed. 7 keren per dag hebben zij vaste gebedsmomenten en dit structureert hun dagen als eb en vloed. De houding van de monniken in de kerk is zo naturel, eenvoudig en vanzelfsprekend dat je ontspannen geraakt, je hart- ,hoofd- en buikchakra kan openzetten om veel te ontvangen maar ook om veel terug te geven in het formuleren van persoonlijke overweging, gebed en om na te denken en een beetje jaloers te zijn op hen omdat zij ‘de tijd’ hebben om te doen en te beleven waar we zo naar verlangen maar niet kunnen verwezenlijken. Tijd nemen om te mediteren en bewust te worden dat je niet alleen via de deur van het klooster bent binnengestapt maar dat je ook de poorten van de buitenwereld achter je hebt dichtgetrokken om een nieuwe innerlijke poort, jouw innerlijke poort open te zetten om op zoek te gaan de ‘De Bron’, ‘De Ander’, in verbondenheid met alle anderen die dit ook willen ontdekken.
Monniken zijn behouders van de ‘De Bron’ van waaruit ze leven. Hun kern is : trouw te zijn aan de binnenkant en mensen laten delen, al is dit voor even… door hun manier van geloof beleven, door hun bidden geven ze ons de kans om dit ook te ontdekken en dat kan aanstekelijk werken.

Monniken zijn geen wereldvreemde mensen. Zij weten wat er reilt en zeilt in de wereld. Zij kennen hun trouwe gasten en zijn bezorgd. Aan een vraag tot steun of gebed geven zij altijd gevolg. Er wordt tijdens de diensten gebeden met de gasten voor de gevraagde steun. Zelfs na datum kan je onverwachts de discrete vraag krijgen ‘alles ok met jou ?’Dit doet ontzettend deugd. De laatste keren dat ik een ingreep moest ondergaan ben ik altijd de operatiekamer binnengegaan met hun steun en gebed. Dit gaf mij vertrouwen en steun, ondanks de steun van familie en vrienden heb je in moeilijke en eenzame momenten de zekerheid dat er ergens op deze planeet mannen en vrouwen zijn die op elk uur van de dag en nacht denken aan anderen, zonder ze echt te kennen, maar gemeenschap vormen over de grenzen van landen en uurstelsel heen. Een onvergetelijke ervaring.
Een gemeenschap vormen, er deel mogen vanuit maken geeft kracht. Mogen bidden in een gemeenschap is een voorrecht waarvan we niet mogen vergeten dat er dynamiek en energie vanuit gaat. Laten we dit in de toekomst nog meer oefenen.

 

VERSTILLING

Verstilling, kom in mij.

Orden mijn chaos.

Beperk mijn woordenstroom.

Genees mijn boosheid.

 

Geest van verstilling, zuiver mij.

Was mijn verdriet schoon.

Geef mij een helder zien.

Zuiver mijn ondertonen.

 

Verstilling, rust in mij.

Kom tot in mijn diepste.

Woon op mijn grond.

Vestig jouw huis van vrede in mij.

 

Geest van verstilling,

Open mijn gehoor voor de goedhied.

Geest van goedheid, dooradem mij.

Bouw mij uit tot nieuwe ontvankelijkheid.

 

Marinus van den Berg