Allerheiligen 2013

 

Allerheiligen

1 november 2013

 

    Gegaan tot waar wij kunnen —

aan de grens van het Licht staan wij,

en wij herinneren ons de oude woorden

dat leven verandert

maar niet wordt weggenomen,

dat niets en niemand verloren gaat.

 

Zielsverbonden zijn wij met jou

van wie wij ooit afscheid namen,

jij die ons in leven en dood zo dierbaar

was en is en blijven zal.

     Verbonden zijn wij ook met elkaar

en met alle levende wezens, klein en groot,

met vogels en vissen, velden en bossen,

met zon en maan, met het land vlak en golvend,

de onmetelijke diepzee,

met al wat is en verandert,

dag en nacht, en eindeloos komt en gaat —

verwacht, onverwacht,

gedragen, geboren, gewiegd in liefde.

     Van harte welkom in deze viering van Allerheiligen,

waarin we samen een teken stellen,

en bidden, zingen, stil zijn rondom onze geliefde doden.

     We verwelkomen in ons midden de Levende,

het Licht dat ons doet zien en ons warm houdt.

(paaskaars aansteken)

 Gij Licht in ons midden, uw Naam is uw belofte dat ge bij ons blijft.

Met die belofte maakt Gij ons wakker – ‘Ik zal er zijn’,

met die belofte doet Gij ons gaan als het nog donker is – ‘Ik zal er zijn’,

met die belofte leven wij – ‘Ik zal er zijn’,

met die belofte sterven wij – ‘Ik zal er zijn’,

met die belofte zingen wij ons nu de viering binnen – ‘Ik zal er zijn’.

 Lied

Vroeg in de morgen, donker was het nog,

zijn wij gegaan, een keer,

nog in ons hart de dichtheid van de nacht.

Jij bent niet die wij dachten.

Uit het vuur riep ons bij naam een stem.

Wij zagen niets. Jij riep: “Ik zal er zijn”.

Op licht en schaduw, bomenaan de bron,

op stilte leek die naam.

Een gloed van liefde schroeide ons gezicht.

Om wat wij hoorden (maar wat hoorden wij?),

Om wat op vrijheid leek,

omdat het moest en blijven niet meer kon,

zijn wij gegaan, onstuimig en verward,

om nergens om, om jou –

om liefde over alle grenzen heen.

Een troep die sloft en zwerft, de richting kwijt.

De nagalm van een stem.

De weerklank van wat woorden in ons hart.

Een slingerende stoet naar goed wijd land.

Een eeuwenlang smal pad.

Een ademtocht, de route van het licht.

Het duizendschone schitterende licht,

een file in de nacht, een spoor van mensen die de nacht verslaan.

Die strompelen tot waar ? Tot waar jij bent,

in rusten aan de bron, in gloed van liefde, vuur dat niet verflauwt.

Vroeg in de morgen, donker was het nog,

zijn wij gegaan, een keer, met niets dan in ons hart: “Ik zal er zijn”

Huub Oosterhuis / Antoine Oomen

 

IMG_8630Allerheiligen (tekst van Marinus van den Berg)

Als heiligen gewone mensen zijn die licht doorgeven dan was jij voor mij een heilige.

Een ogenblik stappen we uit de hogesnelheidstrein van het leven om stil te staan bij hen die onzichtbaar met ons meereizen in onze herinneringen, in ons gemis. We herinneren ons hoe ze in ons leven kwamen, wie ze voor ons waren op de weg van ons leven. We herinneren ons hoe ze de seizoenen van ons leven kleurden. We herinneren ons de dierbare dagen, de goede tijden, maar ook de moeite en de pijn, soms wel vergeven maar niet vergeten. We herinneren ons hoe ze wegraakten uit ons leven, soms zo overrompeld onverwachts, soms na een bijna tergend langzaam afscheid. Sommigen waren in de kracht van hun leven, sommigen verdwenen na een veel te kort bestaan en anderen na een vol rijk leven. Een ogenblik stappen we uit de hogesnelheidstrein van het leven omdat we niet willen vergeten wie ons lief waren, wie ons mee hebben gevormd tot wie we nu zijn.

Piano

Bijbellezing: Lucas 9, 57 – 62

Terwijl ze hun weg vervolgden, zei iemand tegen hem: ‘Ik zal u volgen waarheen u ook gaat.’ Jezus zei tegen hem: ‘De vossen hebben holen en de vogels hebben nesten, maar de Mensenzoon kan zijn hoofd nergens te ruste leggen.’ Tegen een ander zei hij: ‘Volg mij!’ Maar deze zei: ‘Heer, sta me toe eerst terug te gaan om mijn vader te begraven.’ Jezus zei tegen hem: ‘Laat de doden hun doden begraven, maar ga jij op weg om het koninkrijk van God te verkondigen.’ Weer een ander zei: ‘Ik zal u volgen, Heer, maar sta me toe dat ik eerst afscheid neem van mijn huisgenoten.’ Jezus zei tegen hem: ‘Wie de hand aan de ploeg slaat en achterom blijft kijken, is niet geschikt voor het koninkrijk van God.’

Piano

Overweging

Fijnzinnige en warme woorden van Marinus Van den Berg. Over de herinneringen aan onze lieve doden. Over de pijn die het afscheid van een dierbare met zich meebrengt. Woorden van troost en meevoelen.

Daar tegenover de uitspraak van Jezus: laat de doden hun doden begraven. Zoals het opgeschreven staat bij Lucas en ook bij Matteüs. De doden laten … ? Ik mag het met enige stelligheid zeggen: het is niet de bedoeling dat we de doden niet zouden begraven. Stel je voor. Dat het hier om beeldspraak gaat mag duidelijk zijn. In de joodse samenleving van die tijd is het juist een belangrijke plicht om de doden te begraven. Samenzijn rond een overledene, met veel zorg afscheid nemen, vieren in gemeenschap: we hebben vorige week, hier in deze kerk, mogen ervaren hoe heilzaam en deugddoend dit kan zijn.

Waarover gaat het dan wel? Leven en dood zijn hier overdrachtelijke bedoeld. Leven en dood niet in biologische zin (al dan niet ademen), maar wel in de zin van: je bestaan leven ten goede of ten kwade. Leven vanuit het perspectief dat ons goed leven voor allen is aangezegd. Leven met zicht op toekomst;, op weg gaan; niet bij de pakken blijven zitten. Geloven dat het mogelijk is. Dat mogen we ‘leven’ noemen. Daartegenover staat ‘dood’: ingaan tegen alles wat een goed leven in de weg kan staan. De duisternis opzoeken. Dat is dood.

Wat betekent dan: laat de doden hun doden begraven?

Jezus verwoordt het zelf: sla de hand aan de ploeg en kijk vooruit.

Dat is Rijk Gods: kies voor het leven en niet voor de dood.

We hoeven het niet ver te zoeken: in de gewone dingen van het leven waarin we met vallen en opstaan proberen het beste van onszelf te geven. Thuis, op het werk, in de buurt, op de fiets of in de auto, in de gemeenschap op zondag.

Kiezen voor het leven is ook zorg dragen en, soms met luide stem, kiezen voor de kleinsten en de minsten in onze wereld.

Kunnen de radicale woorden van Jezus iets betekenen vandaag in onze viering, in ons leven? Ik mag het hopen en wensen. We zijn hier met velen die een dierbare overledene in ons hart dragen. Iemand van wie we al lang geleden afscheid namen, of onlangs. Verdriet dat nog veel pijn doet, of waar een laagje ‘verder leven’ mocht overheen groeien. Dood is dood, maar niet onze dierbare overledenen. Van hen dragen we mee: de liefde, het geluk maar ook de kommer en zorg. We nemen mee de liefde die we mochten geven en ontvangen. Hiermee kunnen we op weg. We gaan de uitdaging aan om echt mens te worden. Mogen we het ‘koninkrijk Gods’ noemen, waarin onze dierbare overledenen ons voorgingen?

 

Lied

Dit ene weten wij en aan dit één houden wij ons vast in de duistere uren:

Er is een woord dat eeuwiglijk zal duren en wie ’t verstaat, die is niet meer alleen.

 

IMG_8635Inleiding op ritueel met de stenen

Jaren terug zijn we er mee begonnen, de naam van een overledene uit onze gemeenschap op een steen te schrijven en in de schaal met het doopwater te leggen. Elke zondag bij de tafeldienst steken we met het licht van de Paaskaars de drijfkaarsjes aan die in deze schaal tussen de stenen liggen.

We lieten ons hiervoor inspireren door het joodse gebruik om bij het bezoek aan een graf een steentje achter te laten, geen bloemen.

We maakten dankbaar gebruik van enkele mooie stenen meegebracht van een reis en we vonden betekenis in een korte tekst uit het boek Apocalyps:

‘Ik ben de Alfa en de Omega’ zegt God de Heer, ‘Hij die is en die was en die komt, de Alomvattende’ …/… ‘Ik zal geven van het verborgen manna; en Ik zal een wit steentje geven en daarop gegrift een nieuwe naam, die niemand kent dan hij die hem ontvangt. ‘

We gedenken vandaag de namen van allen die ons in hoop en vertrouwen zijn voorgegaan. Mensen die in de voorbije jaren in de Kuc- en de Dominicus-gemeenschap korte of langere tijd onze bondgenoten zijn geweest en niet meer onder ons zijn.

Ook de namen van onze geliefden willen wij hier en nu aan de vergetelheid onttrekken.

Hun levens en hun namen leggen we teder in de handen van de Ene die geen mens aan de vergetelheid prijsgeeft.

Mag ik u vragen de naam van de overledene die u wil gedenken vooraan te noemen en een steen op de tafel te leggen? Sommigen onder u hebben nu zo’ n steen met de naam van uw familie of vriend en vriendin op bij zich. Anderen niet, zij kunnen dan een steen uit de mand vooraan nemen alvorens de naam te noemen.

(De voorganger sluit af met het leggen van onbeschreven stenen in een kom, verwijzend naar de talloze onbekende en vergeten doden.)

Lied

Blijf geborgen in je naam, wees als een mens gezegend…

Inleiding op het ritueel met licht

Draag de namen die wij noemen eens en altijd aan uw hart: Dat geen mens ooit dieper valt dan de palm van uw hand. God bewaar hen, bewaar ons. Laat ons bidden een licht zijn dat leidt doorheen het donker.

De kinderen mogen nu de theelichtjes plaatsen naast de stenen op tafel. Het licht wordt aangestoken aan de paaskaars.

Lied

Vrienden die zijn overleden…

Inleiding tafeldienst

Jezus zegt: laat de doden hun doden begraven. Maar jij, word levend en volg mij. Je bent geroepen tot liefde, zoals God je bedoeld heeft.

Vandaag liggen op onze tafel de namen van onze dierbaren met wie we op weg gingen, in goede en kwade dagen. Hier ligt ook een steen voor de talloze onbekende en vergeten doden.

In navolging van Jezus van Nazareth willen we in het brood en de wijn op deze tafel, de weg gaan van breken en delen.

IMG_8640Vredeswens

Wij brengen ons in herinnering dat wij niet voor niets leven,

dat wij geroepen zijn om te leren liefhebben met hart en ziel, en huid en haar,

om in vrede elkaar en de aarde bewoonbaar te maken, God tegemoet.

Geven wij aan elkaar, in herinnering aan onze geliefde doden, die vrede.

 

*

(foto’s G.Vanhercke: Chapelle St Robert, Javerlhac, Dordogne, Fr)